Paragraaf 8 Oefentoets

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Een voorbeeld van een morele vraag bij strategische marketing: 'hoe ver mag je gaan met kwetsen bij reclame?'

Vraag 2

Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw behoorde MVO tot de core business van Nike.

Vraag 3

In het klassieke marketingconcept wordt uitgegaan van een wederzijds voordeel van bedrijf en consument.

Vraag 4

In het maatschappelijk marketingconcept wordt een beleid uitgezet waarbij een evenwicht wordt nagestreefd tussen drie aspecten: de winst van het bedrijf, de wensen van de consument en de belangen van de maatschappij.

Vraag 5

Het VNO is een vereniging van bedrijven en instellingen die zich bezighouden met markt-, opinie- en beleidsonderzoek. VNO heeft een soort gedragscode voor marktonderzoek.

Vraag 6

ING doet aan ethische productdifferentiatie.

Vraag 7

Ethische productdifferentiatie is een marketingstrategie die zeer geschikt is voor bedrijven die zich bewegen in markten met weinig concurrentie.

Vraag 8

De ecologische voetafdruk van de gemiddelde Nederlandse burger bedraagt twintig mondiale hectare.

Vraag 9

Het Cradle to Cradle-gedachtegoed houdt in dat een bedrijf voortdurend moet innoveren om concurrerend te blijven.

Vraag 10

Prijsdiscriminatie is onder alle omstandigheden moreel onjuist.

Vraag 11

Prijsafspraken komen in de westerse wereld niet voor.

Vraag 12

Prijsafspraken zijn wettelijk verboden.

Vraag 13

In Nederland ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) erop toe dat bedrijven hun ecologische voetafdruk beperkt houden.

Vraag 14

Adam Smith had de overtuiging dat vrije markteconomie ertoe leidde dat er veel armoede was en dat de overheid zich daarom moest bemoeien met het economisch leven.