Home> Boek>Hoofdstuk 3>Paragraaf 8

Paragraaf 8 Oefentoets

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Sommige bedrijven hebben een cultuur, sommige bedrijven niet.

Vraag 2

Een specifieke bedrijfscultuur biedt bedrijven de mogelijkheid zich positief te profileren.

Vraag 3

In een verkoopgerichte onderneming worden zaken als openheid, lef, slimheid, persoonlijke vrijheid en autonomie benadrukt.

Vraag 4

In een opportunistische cultuur zijn werknemers sterk op zichzelf gericht en missen het ondernemingsgevoel dat noodzakelijk is om bij te dragen aan de ondernemingsdoelen.

Vraag 5

Vanuit moreel oogpunt is het wenselijk dat er een zekere pluriformiteit is in de onderneming.

Vraag 6

Een ander woord voor referentiegedrag is voorbeeldgedrag.

Vraag 7

Een integriteitscode is een soort bedrijfscode.

Vraag 8

Normen binnen een bedrijf geven aan wat de missie is van de onderneming.

Vraag 9

De initiërende functie van een bedrijfscode: de code stimuleert activiteiten gericht op de versterking van identiteit en imago van de organisatie.

Vraag 10

Monitoring betekent: het opleggen van sancties als de bedrijfscode wordt overtreden.